TJERK VAN DER HAM

06-09-2001  13.08

Alleen uit niets kan iets ontstaan

Jee, wat was dat ideaal toen ik nog God was.
Dat was nog eens wat...
Dat was nog eens niets...

Zo niets hebben we het daarna niet meer gezien.
Woest en ledig.
Ook mooi hè, ledig en toch al woest...
zo maak ik ze tegenwoordig niet meer.

Alleen uit stilte kan muziek ontstaan.
Het is nog een wonder dat ik als componist wel eens een stukje eruit weet te toveren.

God, wat een herrie!
Hoe haat ik het hier.

Op dit moment is het nog relatief stil.
Jammer dat er geen frisse lucht deze kamer in kan.
Zodra ik het venster open stroomt de herrie binnen.
Het dubbele glas dempt nu nog enigszins de brommers, de auto's, de optrekkende bussen bij de bushalte voor mijn deur, het geluid van het laad- en loskarretje over de stoeptegels van de van Gend en Loos, die de zadelmakerij onder me bevoorraadt. Zadelmaken is ook geen geruisloos proces. Ik woon hier al acht jaar, maar eigenlijk is me nog steeds niet duidelijk waarom je er een hamer bij nodig schijnt te hebben.

Dit allemaal wordt nog overgoten door een sausje van de ventilator van de computer, afgemaakt met een vleugje brom van de koelkast in de keuken hier naast me. Mijn computer is ook zo vriendelijk om in de toonhoogte van het ventilator gezoem te laten horen hoeveel stof tot nadenken ik hem voer. Hoe harder hij werkt hoe hoger de toon en zo worden de harmonieën in mijn hoofd doorsneden door de melodie die mijn inspiratiegolven begeleidt.

En dan zijn er nog de nachten. Hoe meer de deadline nadert, hoe vaker benut. Ja, het is dan wel soms stiller, dan overdag. De straat heeft dan niet meer de functie van belangrijkste verkeersader voor het economische wel en wee van de stad. Nee, je hoort alleen de dronken jongelui lallend door de straten. "Hee meske, hee meske, bend'al een bietje nat?" en andere verheffende liederen hebben zich op deze wijze al slinks toegang proberen te verwerven in mijn composities. Gelukkig versta ik de Turkse mannen die buiten het theehuis aan de overkant ruzie lijken te maken niet. Ik zou het niet willen weten.

Soms kan het 's nachts toch ook wel een uurtje stil zijn, alhoewel mijn computer en koelkast dat altijd lijken te willen pareren. In die schijnbare stilte word je alleen soms heftig opgeschrikt, als er weer eens subtiel ingebroken moet worden in de zadelmakerij. Zo'n stoeptegel door de etalageruit doet je dan opeens je eigen hartslag weer horen. Het is echt fantastisch: de doffe bonk van de stoeptegel als die het glas raakt, de klots er meteen op gevolgd wanneer het glas zijn kortstondig verzet heeft opgegeven, en de helderheid van het klaterende glas dat in zijn eigen geluid lijkt na te galmen. En dan mijn hartslag.

O wat haat ik het hier. Dit huis, deze straat, deze buurt, deze stad. Wie weet er een woongroep voor me, ergens op het platteland?

t-jerk@dds.nl